The screen of this device is too small to show the site.

Please view this site on a device with a width of more than 300px.
a-A


Psalm 62

1. Voorwaar, ik keer mij stil tot God.
Hij is mijn heil, mijn vaste rots.
Een schuilplaats wil Hij voor mij wezen.
Alleen hij Hem is hulp in nood.
Hij is mijn burcht, zijn macht is groot,
ik wankel niet, ik zal niet vrezen.
2. Hoe lang nog stormt u op mij aan
om als een muur mij stuk te slaan,
een wand, die helt en dreigt te breken?
Mijn val is doel van hun beraad.
Zij vloeken in hun hart, vol haat,
ook als hun lippen mogen spreken.
3. Wees stil, mijn ziel, keer u tot God.
Voorwaar, Hij is mijn vaste rots,
van Hem blijf ik mijn heil verwachten.
Alleen bij Hem is hulp in nood,
Hij is mijn burcht, zijn macht is groot,
ik wankel niet, Hij schenkt mij krachten.
4. In God is al mijn heil, mijn eer,
mijn sterke rots is God, de Heer,
mijn schuilplaats is Hij in het lijden.
Vertrouw op Hem, o volk, in smart.
Stort voor Hem uit geheel uw hart.
God is een toevlucht t' allen tijde.
5. Voorwaar, de mensen, arm of rijk,
zijn aan een ademtocht gelijk,
als God hen in zijn schaal gaat wegen.
Stel geen vertrouwen op geweld,
op groot bezit aan goed of geld.
Op roof en onrecht rust geen zegen.
6. God sprak tot mij dit ene woord,
ik heb het meer dan eens gehoord:
van God is alle macht en sterkte.
Bij U is goedertierenheid,
want, Heer, in uw gerechtigheid
vergeldt U elk naar wat hij werkte.