The screen of this device is too small to show the site.

Please view this site on a device with a width of more than 300px.
a-A


Psalm 56

1. Ontferm U, God, zij maken op mij jacht.
Bestrijders jagen op mij dag en nacht,
vertrappen mij met heel hun overmacht.
Zie hoe zij mij benauwen.
In 't bangste uur blijf ik toch op U bouwen.
Ik vrees hen niet, want God is mijn betrouwen.
Ik zal op Hem, wiens woord ik prijs, vertrouwen.
Wat baat dan mensenkracht?
2. De hele dag verdraait men wat ik zeg.
Zij spannen saam in duister overleg,
bespieden zelfs mijn schreden op de weg,
zij loeren op mijn leven.
Zult U, o God, aan hen ontkoming geven?
Stort in uw toorn terneer wie U weerstreven,
de volkeren die zoveel kwaad bedreven,
stoot hen voor altijd weg.
3. Mijn ballingschap hebt U te boek gesteld,
laat in uw kruik mijn tranen zijn geteld.
Mijn vijand wordt, wanneer ik roep geveld.
Mijn God zal met mij wezen.
Ik loof mijn God, hoe is zijn roem gerezen.
Het woord des HEREN wordt door mij geprezen.
'k Vertrouw op God, ik zal geen mensen vrezen.
Wat doet mij hun geweld?
4. Ik heb, o God, geloften u gewijd.
Ik breng het offer van mijn dankbaarheid
en prijs U om uw goedertierenheid,
uw hand kwam mij bevrijden.
Ik zal in 't licht uws aanschijns mij verblijden,
zodat ik U mijn leven kan gaan wijden,
daar U mijn voet bewaarde tegen glijden,
naar 't licht mij hebt geleid.