The screen of this device is too small to show the site.

Please view this site on a device with a width of more than 300px.
a-A


Psalm 33

1. Zingt vrolijk, looft de naam des HEREN,
rechtvaardigen, brengt God uw dank.
Het past oprechten Hem te eren
met een nieuw lied en citerklank.
Laten stem en snaren
tot die lof zich paren.
Looft Hem, prijst de HEER.
Psalmzing, jubelt allen,
laat bazuinen schallen,
juichend tot Gods eer.
2. Het woord des HEREN is waarachtig.
God is getrouw in wat Hij doet.
Zijn recht is rein, zijn oordeel krachtig.
Het eist oprechtheid van gemoed.
Ieder moet Hem eren,
want de gunst des HEREN
is alom verspreid.
Overal aanschouwen
zij die op Hem bouwen,
zijn goedgunstigheid.
3. God sprak en op zijn woord ontstonden
de hemelen en al hun heer.
Hij heeft de watervloed gebonden,
legt die in voorraadkamers neer.
Wie op aarde leven
moeten voor Hem beven.
Hij spreekt, zie, het staat.
Hij gebiedt en 't is er.
Niets is er gewisser
dan des HEREN raad.
4. Al wat de volken ook bedenken,
de HEER verbreekt hun aller raad.
Maar niemand kan Gods raad ooit krenken,
die over alle tijden gaat.
Zalig wie Hem eren,
't volk voor wie de HERE
God der goden is;
't volk dat Hij tevoren
voor Zich heeft verkoren
als zijn erfenis.
5. De grote schepper aller dingen
beziet vanuit het hemels licht
de gang van alle stervelingen,
niets is bedekt voor zijn gezicht.
Hij vorm alle harten,
kent hun vreugd en smarten,
weet hoe mensen zijn.
Hij doorgrondt hun daden,
weet wat zij beraden,
kent hen, groot en klein.
6. Geen koning kan zichzelf bevrijden
door legermacht of door geweld.
Geen paard, hoe sterk ook bij het strijden,
geeft overwinning aan een held.
Maar het oog des HEREN
ziet hen die Hem eren,
't volk dat Hem verwacht.
Allen die Hem vrezen,
zal Hij altijd wezen
tot een steun en kracht.
7. Zijn sterke arm beschermt de vromen,
God redt hun zielen van de dood.
Hij zal hen nimmer om doen komen,
zelfs niet in tijd van hongersnood.
In de grootste smarten
blijven onze harten
In de HEER gerust.
"k zal Hem nooit vergeten,
Hem mijn helper heten,
al mijn hoop en lust.
8. Laat ons des HEREN lof ontvouwen.
In Hem verblijdt zich ons gemoed,
omdat wij op zijn naam vertrouwen,
die naam, zo heilig, groot en goed.
Zend o grote Koning,
uit uw hemelwoning
uw genade neer.
Wij, die U belijden,
ons in U verblijden,
hopen op U, HEER.