Loading...
1. | Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een leerdicht van David, |
2. | Toen de Zifieten aan Saul waren komen zeggen: Verbergt David zich niet bij ons? |
3. | O God, verlos mij door uw naam, verschaf mij recht door uw kracht. |
4. | O God, hoor mijn gebed, neem ter ore de redenen van mijn mond. |
5. | Want vreemden staan tegen mij op, geweldenaars staan mij naar het leven; zij houden God niet voor ogen. [sela] |
6. | Zie, God is mij een helper, de Here is het, die mij schraagt. |
7. | Hij zal het kwaad vergelden aan wie mij benauwen, verdelg hen in uw trouw. Ik zal U vrijwillig offers brengen, ik zal uw naam loven, Here, want hij is goed; Omdat Hij mij gered heeft uit alle benauwdheid, zodat mijn oog met vreugde op mijn vijanden zag. |