Loading...
1. | Voor de koorleider. Van de Korachieten. Op de wijze van: De jonkvrouwen. Een lied. |
2. | God is ons een toevlucht en sterkte, ten zeerste bevonden een hulp in benauwdheden. |
3. | Daarom zullen wij niet vrezen, al verplaatste zich de aarde, al wankelden de bergen in het hart van de zee. |
4. | Laat bruisen, laat schuimen haar wateren, laat de bergen beven door haar onstuimigheid. [sela] |
5. | Een rivier; haar stromen verheugen de stad Gods, de heiligste onder de woningen des Allerhoogsten. |
6. | God is in haar midden, zij zal niet wankelen; God zal haar helpen bij het aanbreken van de morgen. |
7. | Volkeren woedden, koninkrijken wankelden, Hij verhief zijn stem, de aarde versmolt. |
8. | De Here der heerscharen is met ons, een burcht is ons de God van Jakob. [sela] |
9. | Komt, aanschouwt de werken des Heren, die verwoesting op aarde aanricht, |
10. | Die oorlogen doet ophouden tot het einde der aarde, de boog verbreekt, de lans stukslaat, de strijdwagens met vuur verbrandt. |
11. | Laat af en weet, dat Ik God ben; Ik ben verheven onder de volken, verheven op de aarde. De Here der heerscharen is met ons, een burcht is ons de God van Jakob. [sela] |