- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- 13
- 14
- 15
- 16
- 17
- 18
- 19
- 20
- 21
- 22
- 23
- 24
- 25
- 26
- 27
- 28
- 29
- 30
- 31
- 32
- 33
- 34
- 35
- 36
- 37
- 38
- 39
- 40
- 41
- 42
- 43
- 44
- 45
- 46
- 47
- 48
- 49
- 50
- 51
- 52
- 53
- 54
- 55
- 56
- 57
- 58
- 59
- 60
- 61
- 62
- 63
- 64
- 65
- 66
- 67
- 68
- 69
- 70
- 71
- 72
- 73
- 74
- 75
- 76
- 77
- 78
- 79
- 80
- 81
- 82
- 83
- 84
- 85
- 86
- 87
- 88
- 89
- 90
- 91
- 92
- 93
- 94
- 95
- 96
- 97
- 98
- 99
- 100
- 101
- 102
- 103
- 104
- 105
- 106
- 107
- 108
- 109
- 110
- 111
- 112
- 113
- 114
- 115
- 116
- 117
- 118
- 119
- 120
- 121
- 122
- 123
- 124
- 125
- 126
- 127
- 128
- 129
- 130
- 131
- 132
- 133
- 134
- 135
- 136
- 137
- 138
- 139
- 140
- 141
- 142
- 143
- 144
- 145
- 146
- 147
- 148
- 149
- 150
Psalm 93
1. De HEER regeert, bekleed met majesteit,
omgord met kracht en grote heerlijkheid.
De wereld staat, bevestigd door zijn hand.
Van eeuwigheid zijt Gij, uw troon houdt stand.
omgord met kracht en grote heerlijkheid.
De wereld staat, bevestigd door zijn hand.
Van eeuwigheid zijt Gij, uw troon houdt stand.
2. Een woest geweld klinkt op van stroom en vloed,
een luid gedruis dat alles beven doet.
Hoog boven zee en golven, hoe vol kracht,
troont onze HEER, onwankelbaar in macht.
een luid gedruis dat alles beven doet.
Hoog boven zee en golven, hoe vol kracht,
troont onze HEER, onwankelbaar in macht.
3. Getrouw en waar is uw getuigenis,
het woord dat door U zelf gesproken is.
De heiligheid is voor uw huis, o HEER,
de eeuwen door tot sieraad en tot eer.
het woord dat door U zelf gesproken is.
De heiligheid is voor uw huis, o HEER,
de eeuwen door tot sieraad en tot eer.