The screen of this device is too small to show the site.

Please view this site on a device with a width of more than 300px.
a-A


Psalm 84

1. Hoe lieflijk is uw huis, o HEER!
O God, U weet hoe ik begeer
bij U te wonen in uw hoven.
U weet hoe heimwee mij bevangt,
omdat geheel mijn hart verlangt
U in uw heiligdom te loven.
'k Ga jubelend God tegemoet,
die leeft en mij ook leven doet.
2. Zelfs vindt de mus een huis, o HEER,
de zwaluw legt haar jongen neer
bij uw altaren in uw woning.
Laat mij bij U zo thuis zijn, HEER.
Want daar is vrede; ik begeer
bij U te zijn, mijn God en Koning!
Welzalig wie daar wonen mag,
hij zingt uw lof van dag tot dag.
3. Welzalig hij die al zijn kracht
en hulp alleen van U verwacht,
zijn hart kent de gebaande wegen.
Een dal, geblakerd door de zon,
ontsluit voor hen zelfs bron op bron
en op hen daalt een milde regen.
Zij worden door hun overvloed
gesterkt met nieuwe levensmoed.
4. Van kracht tot kracht gaan zij steeds voort,
het oog gericht naar Sions oord.
Daar zullen zij voor God verschijnen.
O, HEER der legerscharen, let
op mijn ootmoedig smeekgebed,
laat mij niet op de weg verkwijnen!
O HERE, neig tot mij uw oor,
o Jakobs God, geef mij gehoor.
5. O God, ons schild, wil met ons gaan,
Zie uw gezalfde gunstig aan.
Wij reizen naar uw stad, o Koning.
Eén dag is in uw huis mij meer
dan duizend zonder U, o HEER.
Ik wil nog liever bij uw woning
alleen maar aan de drempel staan
dan bij de bozen binnengaan.
6. Want God, de HEER, is goed en mild
en voor zijn volk een zon en schild.
Eer en genade zal Hij geven.
U zult het goede niet, o HEER,
onthouden hun die tot uw eer
steeds in oprechtheid voor U leven.
Welzalig, HEER, wie op U bouwt,
en zich geheel U toevertrouwt.