The screen of this device is too small to show the site.

Please view this site on a device with a width of more than 300px.
a-A


Psalm 83

1. Houd U niet stil, zwijg niet, o God.
Aanschouw niet werkeloos ons lot.
De vijand tiert, hij wil ons treffen.
Zie, hoe uw haters zich verheffen,
met valse list uw volk verraden
en uw beschermelingen smaden.
2. Zij zeggen: Sla dat volk toch neer,
gun Israël geen leven meer,
die naam zelfs moet vergeten worden.
Verzameld zijn hun wrede horden,
eenparig in verbond getreden
om tegen U hun plan te smeden.
3. Bij Edom sluit zich Moab aan,
daar Hagars kindren bijgestaan
met Ammon en de Filistijnen.
Uit Tyrus komt ook hulp verschijnen.
Lots zonen en hun bondgenoten
zien Assur zelfs hun macht vergroten.
4. Sla hen, zoals Midjan weleer,
als Sisera en Jabin neer,
wier mannen bij de Kison lagen,
in Endors veld geheel verslagen.
Doe hen die thans uw land verderven,
als Zebach en Salmuna sterven.
5. Mijn God, verjaag hen door uw straf,
zoals de wind speelt met het kaf.
Gelijk een vuur, bij storm ontstoken,
het woud verteert, de berg doet roken,
wil z¢, o HERE, zeer verbolgen,
hen met uw wervelwind vervolgen.
6. Bedek met schaamrood hun gelaat.
Maak dat hun macht te gronde gaat.
Verschrik hen zo, dat zij U eren
en weten dat uw naam is: HERE,
zoals U zelf Zich openbaarde:
de allerhoogste Heer der aarde.