The screen of this device is too small to show the site.

Please view this site on a device with a width of more than 300px.
a-A


Psalm 52

1. Waarom beroemt u zich op 't kwade,
brutale dwingeland?
De hele dag duurt Gods genade,
mijn heil ligt in Gods hand.
Uw tong, die als een scheermes snijdt,
zaait slechts verderf en nijd.
2. Het kwaad verkiest u boven 't goede,
u hangt de leugen aan.
Bedriegen wordt u nimmer moede,
u laat in haat zich gaan.
Maar God straft uw vermetelheid,
verbreekt u voor altijd.
3. God zal u uit dit leven rukken,
u sleuren uit uw tent.
Hij zal u voor zijn wraak doen bukken,
tot u ontworteld bent.
Dan ligt u daar, door God geveld,
voorbij is uw geweld.
4. Rechtvaardigen zullen 't aanschouwen
met huivering en spot:
ziedaar de man die zijn vertrouwen
niet stellen wou op God.
Hij bouwde op zijn geld en macht,
wat hem dit onheil bracht.
5. Maar in Gods huis zal ik verkeren,
een groene boom gelijk.
Gods goedheid zal ik nooit ontberen,
zijn gunst alleen maakt rijk.
Ik bouw op zijn barmhartigheid,
vertrouw op Hem altijd.
6. Mijn God, U zal ik altijd prijzen,
omdat U 't hebt volbracht,
uw naam, die goed is eer bewijzen,
uw naam, die ik verwacht
en in de tegenwoordigheid
van heel uw volk belijd.