The screen of this device is too small to show the site.

Please view this site on a device with a width of more than 300px.
a-A


Psalm 145

1. Mijn God en Koning, alle vorsten Heer,
ik zing verheugd uw heilge naam ter eer.
Uw naam zo groot en vol van majesteit
zal ik verheffen tot in eeuwigheid.
Van dag tot dag zal ik U eer bewijzen.
De HEER is groot en Hij is zeer te prijzen.
Zijn grootheid gaat het scherpst verstand te boven.
Laat elk geslacht zijn werk met almacht loven.
2. Ik zal, o HEER, die mijn Koning noem,
verkondigen uw majesteit en roem,
uw wonderdaden die U hebt volbracht,
de luister van uw heerlijkheid en macht.
Met juichend hart zal ieder uw vermogen,
uw goedheid en gerechtigheid verhogen.
Ik zal mijn stem met aller lofzang paren
en overal uw grootheid openbaren.
3. Genadig is de HEER in wat Hij doet,
lankmoedig en voor heel zijn schepping goed.
Uw werken prijzen, HEER, uw majesteit,
uw gunstgenoten uw barmhartigheid.
Uw volk zal, HEER, uw grootheid altijd loven.
Niets gaat uw heerlijk koningschap te boven.
Uw koningschap zal alle eeuwen duren,
uw heerschappij het nageslacht besturen.
4. De HEER is sterk, onwankelbaar in macht.
Hij schraagt wie valt, verleent de zwakken kracht.
Wie onder leed en moeiten gaan gebukt,
richt Hij weer op, hoe zwaar de last ook drukt.
Zij zien op U, HEER, aller ogen wachten,
U sterkt door spijs te rechter tijd hun krachten.
U doet uw hand wijd open op hun vragen,
verzadigt al wat leeft met welbehagen.
5. Rechtvaardig is de HEER in zijn beleid,
zijn werk toont steeds zijn goedertierenheid.
Al wie tot Hem in waarheid roept, hoort Hij,
ja, Hij verlost, is in hun nood nabij.
De HEER bewaart hen die Hem trouw verwachten,
maar Hij verdelgt al wie zijn wet verachten.
Mijn mond zal spreken van de lof des HEREN.
Laat al wat leeft zijn naam voor eeuwig eren!