- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- 13
- 14
- 15
- 16
- 17
- 18
- 19
- 20
- 21
- 22
- 23
- 24
- 25
- 26
- 27
- 28
- 29
- 30
- 31
- 32
- 33
- 34
- 35
- 36
- 37
- 38
- 39
- 40
- 41
- 42
- 43
- 44
- 45
- 46
- 47
- 48
- 49
- 50
- 51
- 52
- 53
- 54
- 55
- 56
- 57
- 58
- 59
- 60
- 61
- 62
- 63
- 64
- 65
- 66
- 67
- 68
- 69
- 70
- 71
- 72
- 73
- 74
- 75
- 76
- 77
- 78
- 79
- 80
- 81
- 82
- 83
- 84
- 85
- 86
- 87
- 88
- 89
- 90
- 91
- 92
- 93
- 94
- 95
- 96
- 97
- 98
- 99
- 100
- 101
- 102
- 103
- 104
- 105
- 106
- 107
- 108
- 109
- 110
- 111
- 112
- 113
- 114
- 115
- 116
- 117
- 118
- 119
- 120
- 121
- 122
- 123
- 124
- 125
- 126
- 127
- 128
- 129
- 130
- 131
- 132
- 133
- 134
- 135
- 136
- 137
- 138
- 139
- 140
- 141
- 142
- 143
- 144
- 145
- 146
- 147
- 148
- 149
- 150
Psalm 134
1. Komt allen, dienaars van de HEER,
zegent zijn naam en geeft Hem eer,
U die in 't huis de HEREN staat
en in de nacht Hem dienen gaat.
zegent zijn naam en geeft Hem eer,
U die in 't huis de HEREN staat
en in de nacht Hem dienen gaat.
2. Heft nu uw handen naar omhoog,
richt op het heiligdom uw oog.
Brengt uit des HEREN tempelhof
aan Hem uw dank, uw lied en lof.
richt op het heiligdom uw oog.
Brengt uit des HEREN tempelhof
aan Hem uw dank, uw lied en lof.
3. Uit Sion dale op u neer
de zegen van uw God, de HEER,
die hemel, aarde, al wat leeft,
zijn naam ter eer geschapen heeft.
de zegen van uw God, de HEER,
die hemel, aarde, al wat leeft,
zijn naam ter eer geschapen heeft.